Hoe ziet een Taal week er uit?
Bij iedere Taalweek zijn 10 tot 12 deelnemers aanwezig. Samen met NT2-docenten en vrijwilligers vormen zij de Taalweekgroep. De vrijwilligers delen gedurende de week hun specifieke kwaliteiten op b.v. het gebied van sport, muziek, creativiteit enz. De docenten gebruiken deze activiteiten om te oefenen met taal: het uitbreiden van de woordenschat, de uitspraak en het inoefenen van grammaticale structuren. Deelnemers helpen elkaar waardoor ook hierbij verbinding en samenhang in de groep ontstaat. De omgeving waar de Taalweek plaatsvindt speelt een belangrijke rol om de week te doen slagen. Wij zoeken een uitdagende omgeving met een huis waarin voldoende ruimte is voor (buiten)activiteiten. Samen delen we vijf dagen een huishouden: er wordt samen geleerd, gegeten, schoongemaakt. In de Taalweek wordt alleen Nederlands gesproken.